maandag 13 april 2015

Drie tips voor het aanpakken van je oneerlijke concurrent

Het zijn barre tijden voor ondernemers in de creatieve industrie (toch?). Misschien wat minder barre tijden voor creatieve ondernemers – zoals u als lezer van CreatiefZuid –, maar toch maakt u misschien wel eens mee dat een concurrent van u wat minder creatief is en besluit om botweg uw ontwerpen te kopiëren.


Ook deze week kregen wij weer een dergelijke vraag in ons wekelijkse gratis spreekuur voor creatieven. Het verhaal was uiterst overtuigend; het was duidelijk dat de creatief in zijn recht stond. Daarna gebeurde er wat vaak gebeurt in een dergelijke situatie: ik schiet in mijn advocatenrol en wordt kritisch (breek de bek van mijn vrouw niet los …). De ander denkt: ho, ho, je was toch mijn advocaat en niet die van de ander?! Gelukkig ben ik niet helemaal ongevoelig en realiseer me dan nog nét op tijd dat ik moet uitleggen waarop en waarom ik kritisch word. Ik heb bewijs nodig! Als ik ervan overtuigd ben dat mijn cliënt gelijk heeft, omdat hij oneerlijk wordt beconcurreerd, móét en zál ik hem dat gelijk bezorgen. Maar dat lukt bij een rechter niet met alleen stellige overtuiging en geloof en helemaal niet met ervaringen die alleen in het hoofd van de cliënt zitten.


Dan constateer ik vaak hoe ongelooflijk moeilijk het is om kritisch genoeg te zijn tegenover jezelf over het bewijs dat je hebt. De cliënt roept verbijsterd: “Ja, maar, je zíét toch wel dat dat ontwerp een kopie van het mijne is!”. Ja, ik zie zeker wel dat die twee ontwerpen gelijk zijn aan elkaar, ik ben niet blind! Máár: wat is nou de kopie van wat, ofwel, welk ontwerp was eerst? En bewijs dat maar eens. Heb je een document of een onafhankelijke bron met bijvoorbeeld een weergave van je website waaruit de eerdere datum onomstotelijk blijkt? En: bewijs maar dat je ontwerp ook beschermenswaardig is, dat het nieuw is en ‘origineel’ genoeg is om – bijvoorbeeld – auteursrechtelijk beschermd te zijn. Stel vervolgens dat je dat allemaal lukt: je hebt veel schade geleden en die wil je vergoed zien. Bewijs dat je die schade geleden hebt; denk niet te kunnen volstaan met “Ja maar, iedereen snapt toch wel dat ik die omzet misgelopen ben!”.


Gelukkig – weet ik uit ervaring – lukt het in een constructief-kritische verhouding met de cliënt vrijwel altijd om die bewijzen te vinden. Neemt niet weg dat je je zelf een gigantisch plezier doet – en een hoop tijd en negatieve energie bespaart – door te documenteren, agenda/logboeken bij te houden, concepten van projecten te bewaren enzovoort.


mr. Hub Dohmen.
http://twitter.com/hdohmen



Dohmen advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
www.dohmenadvocaten.nl



maandag 30 maart 2015

Uw rechten in de Oude en de Nieuwe wereld


Iedereen krijgt vroeg of laat met digitale dingen, met “e” te maken, en weet dan soms ff niet meer “wat ie moet doen”. Wat bijvoorbeeld als u aan het webwinkelen bent of aan het internetbankieren, en er “gebeurt iets” dat u niet leuk vindt en waar u niet op zat te wachten? Is dan uw recht ineens anders omdat het “e” is? Omdat het recht achter de maatschappij aan loopt zal het teruggrijpen naar analogieën met de “Oude wereld”, waarin nog niemand van internet had gehoord. Met andere woorden: als u weet hoe het met uw rechten in de “Oude wereld” zat, weet u ook hoe het in de “Nieuwe wereld” zit.

Enige tijd terug stelde iemand in ons gratis spreekuur voor creatieven de vraag of hij tweedehands e-books mocht verkopen. Het antwoord geeft het hof Amsterdam in een zaak tussen uitgevers en Tom Kabinet. In 2012 besliste het Europese Hof in de Usedsoft-uitspraak dat tweedehands software mocht worden doorverkocht, ongeacht wat de licentie zei. Mits bij de verkoper het origineel was gewist.

Sinds die uitspraak zijn er handige jongens op zoek gegaan naar andere tweedehands “e-“dingen die konden worden verkocht. Eerder schreven we in onze nieuwsbrief al over www.ReDigi.com (tweedehands mp3s). Daar is wel een Amerikaans verbod van de rechter (gevolgd door een “congressional hearing”), maar op het moment van schrijven van dit stuk nog geen Europese uitspraak.

Onder de handige jongens was ook Tom Kabinet, die tweedehands e-books verkocht. De Amsterdamse rechter ging mee met de “Usedsoft-stelling” van Tom Kabinet. Hier kwam echter wel de “maar” uit de Usedsoft-uitspraak om de hoek kijken. Omdat Tom Kabinet niet kon laten zien dat de e-books bij de oorspronkelijke koper gewist waren, volgde toch een verbod,  op “illegaal gedownloade e-books”. En omdat Tom Kabinet niet kon aantonen welke e-books legaal of illegaal waren, komt dat in de praktijk neer op “alles”. Indien Tom Kabinet er alsnog in zou slagen om voldoende effectieve maatregelen te nemen om illegaal verkregen e-books van de website te weren kan Tom Kabinet volgens het Amsterdamse hof verzoeken het verbod op te heffen. 

Een terechte uitspraak mijns inziens. Als je een papieren boek of een cd tweedehands mag verkopen, waarom dan een e-book of mp3 (enzovoort) niet? Aan de andere kant moet het niet zo zijn dat auteursrechthebbenden achter cowboys aanrennen. Het moet niet zo zijn dat de rechthebbende maar moet bewijzen dat het exemplaar bij de verkoper niet is gewist. Of dat het “origineel” van de verkoper ook al geen origineel meer was. Deze uitspraak houdt rekening met de belangen van zowel verkoper als auteursrechthebbende. Zo moeilijk moet het immers niet zijn om een sluitend “check&wis-systeem” te maken. Lees de uitspraak hier.

Jan Smolders

donderdag 26 februari 2015

Creatief recht voor creatieven


Bij ons wekelijks gratis spreekuur voor creatieven over de juridische bescherming van creaties hebben we soms van die vragen waarop het puur wettelijk antwoord helder is: jammer maar helaas! Rationeel benaderd, zijn er geen wettelijke mogelijkheden. Nou ben ik altijd al behept geweest met een gevoel waarvan ik soms verdraaid veel last kan hebben. Dat vindt mijn vrouw trouwens ook, maar goed, daar gaat dit stukje niet over. In sommige gevallen is dat gevoel echter toch verdrááid handig.

Onlangs had ik zo’n spreekuursituatie waarin het ook weer eens wettelijk helemaal kansloos was. Toch bekroop me een gevoel van ‘dat kan niet wáár zijn, er klópt iets niet!’, of, nog kinderachtiger: ‘dit is níét eerlijk!’. Het betrof een klein bedrijf in de designwereld dat werd besprongen door een wereldspeler in dezelfde branche. De grote jongen had allerlei beschermingen op het gebied van intellectuele eigendom en kon de ontwerper met van alles om de oren slaan en deed dat ook met onverholen genoegen. De ontwerper zat in zak en as, want het maakte hem ongerust en het kostte hem negatieve energie; het blokkeerde hem in zijn creatieve arbeid. Maar, hij snápte het ook niet. Ze hadden nooit last gehad van elkaar gehad in al die jaren. En ineens zou dat dan wel het geval zijn? Waarom wachtte die grote jongen zo lang, als het nu zo’n groot punt voor hem was?

Ik voelde de oprechte verontwaardiging en het onbegrip van de creatieve. Dat zijn de kostbare momenten waarop ik terugdenk aan een college van een reeds lang overleden professor tijdens mijn rechtenstudie dertig jaar geleden. Die zei: “Een rechtzaak wordt gewonnen op de feiten en niet op het recht”. Al doorpratend en doorgravend met de ontwerper over zijn verontwaardiging ontdekten we dat er iets bijzonders aan de hand was: de grote jongen had weliswaar veel en oudere beschermingsrechten, maar was wel wat opgeschoven – zij het bijna ongemerkt – in de loop der jaren wat betreft het soort business en producten. Dan wordt het toch allemaal wel wat anders … 

Ik zal u de juridische ins en outs besparen, maar ik kan u zeggen: het is goed afgelopen met de ontwerper. En ook met mij, dank u: Ik geniet weer dat rechtvaardigheid heeft gezegevierd (klinkt mooi, toch?). Moraal van dit verhaal: kijk niet alleen naar wat in de wet staat en naar gemeenplaatsen, maar graaf een spade dieper! Maar ja, wie ben ik om u als creatieven dat te vertellen, u kunt niet anders …

mr. Hub Dohmen.
http://twitter.com/hdohmen
Dohmen advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
www.dohmenadvocaten.nl

dinsdag 6 januari 2015

Energie uitstralen

Anno 2015 is het besef toch ruimschoots doorgedrongen: zonder website geen bedrijf. Want een goede website hoort bij je profilering. Net als je huisstijl, manier van communiceren en normen en waarden die je wilt uitstralen. Toch zijn er ook nu nog (te) veel bedrijven die het nut of belang van een goede website niet inzien. Laatst was ik weer in gesprek met zo’n ondernemer: ja, hij wist dat zijn site niet sterk was, de foto’s slecht en de boodschap ook niet helemaal je-van-het, maar ach… Hij had het nu toch al drukker dan gewenst. Een goede website zou alleen maar nog meer klanten met zich meebrengen: hij wilde niet ten onder gaan aan zijn eigen succes.

Tja… lastig. Ik snap dat voor hem de noodzaak ontbreekt om hier en nu actie te ondernemen. Als je de luxe hebt dat je klanten toch wel komen, ebt het belang van een goede bedrijfspresentatie misschien weg. Maar nee… ook dan is het zo belangrijk om uit te stralen wie en wat je bent en doet. Ook dan wil je dat de eerste indruk van mensen positief is. Je wilt toch het enthousiasme en het geloof in je eigen bedrijf en kunnen uitstralen? Laten zien waar je voor staat, wat je product of dienst zo aantrekkelijk maakt? 


Waarom zijn er nog zoveel tenenkrommende sites, vol met typefouten, knullige teksten en inspiratieloze foto’s? Misschien schuilt het ook wel in het vooroordeel dat een goede website duur is. Ik hoop dit jaar weer veel mensen te inspireren met vlotte teksten en fotosessies waarbij spontaniteit de boventoon voert. Weg met die nietszeggende uitdrukkingen (wij bieden de beste service!) en formele foto’s (met een nepsmile, leunend op het bureau met de telefoon aan een oor). Daarvoor in de plaats komen teksten en foto’s die energie uitstralen. Vol inspiratie en plezier ga ik het nieuwe jaar in. Jij ook?

Daphne Doemges-Engelen


 

 

donderdag 11 december 2014

Rode zolen III, of: hoezo mode snel uit de mode?


De rode dameszool blijft in ieder geval in juristenland volop in de mode. Daar dacht ik aan toen ik in ons wekelijkse juridisch spreekuur voor designers en uitvinders ook vragen kreeg over bescherming en namaak. Welnu, die rode zool dan. Eerder schreef ik in een column dat een Belgische rechter het “rode-zolenmerk” van damesschoenenontwerper Louboutin had vernietigd: “Natúúrlijk, zegt de rechter, kun je een bepaalde vorm als merk beschermen; dat kan echter niet als die vorm beslissend is voor de esthetische aantrekkelijkheid en dus voor de marktwaarde van het product. [..] rode zolen blijken al geruime tijd gangbaar te zijn voor damesschoenen, dus zo onderscheidend is het allemaal niet meer! […] Een merk is een herkenningsteken van welke onderneming iets afkomstig is. Een Coca Colaflesje is ook beschermd als vormmerk, maar wat verkocht wordt is de inhoud. Als vormmerk en wat verkocht wordt één zijn, zoals de schoen met rode zool, ziet de consument dat niet als herkenningsteken, tenzij je de eerste bent die die vorm toepast. In de woorden van de rechter: als dat teken "op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is".

Louboutin stelde hoger beroep in. Onlangs heeft het hof in dat hoger beroep uitspraak gedaan: merk tóch geldig, vernietiging ongedaan gemaakt! Het hof zei kort samengevat het volgende: het is geen kleurmerk en geen vormmerk, maar een beeldmerk, waarvan een specifiek aangeduide kleur rood (“Pantone 18-1663TP”) deel uitmaakt. Want: de contouren van de zool maken expliciet geen onderdeel uit van de merkregistratie. Maar wat is dan de afgrenzing van dit beeldmerk? Kennelijk hebben we nu te maken met een beeldmerk dat een willekeurige vorm kan aannemen. Als iemand nu een rode streep of rode sterren op de zool van een schoen zet, is het dan ook merkinbreuk? Kortom, de grens van wat een beeldmerk is, wordt hier opgerekt om Louboutin een ontsnappingsweg te geven. Immers, met een vormmerk was Louboutin de klos geweest, de wet zegt immers dat “niet als merken worden beschouwd tekens die uitsluitend bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald“. Het hof heeft een nieuw soort merk in het leven geroepen: het vormloze beeldmerk!

Daarna huppelt het hof verder alsof het (toch) een kleurmerk is, om zich de daarbij behorende vraag te stellen of dit is ingeburgerd als herkenningsteken (“oh, rode zool, dus Louboutin”). Anderen hebben ook wel eens een rode zool gebruikt als decoratief element, maar niet als herkenningsteken. Louboutin heeft het stelselmatig gebruikt als herkenningsteken, dus is het een herkenningsteken geworden, aldus het hof. Een teleurstellende uitspraak: het hof erkent enerzijds dat een bepaalde decoratie al meerdere malen eerder door anderen werd gebruikt, maar anderzijds dat iemand die decoratie nu tóch voor zichzelf kan monopoliseren!

mr. Hub Dohmen
Dohmen advocatenVan idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht


dinsdag 18 november 2014

Bij vermeend jatwerk kunnen zowel bestolene als dief een extra probleem voor zichzelf creëren


Het wiel is al lang geleden uitgevonden. Sindsdien zijn er miljoenen varianten op het oorspronkelijke wiel bedacht. U als creatief vindt soms een wiel uit, maar nog vaker bent u – bewust of onbewust – geïnspireerd door anderen waarop u voortborduurt. Dus kan het zomaar ineens voorkomen dat u ruzie krijgt met een collega die meent dat u van hem of haar heeft gebietst.
Als de rechten van de ander echter flinterdun zijn en de ander weet dat, mag hij u en uw klanten niet zomaar gaan bestoken met allerlei schrijfsels waarin wordt beweerd dat er sprake is van namaak. In juristenland heet dat ook wel “onrechtmatig wapperen met IE-rechten”. Een recent conflict als voorbeeld: Vryhof verspreidde brieven onder klanten van concurrent Mooreast waarin ze er naar hintte dat ze zou beschikken over intellectuele-eigendomsrechten en dat alles wat er op leek niet mocht.
Nergens gebruikte ze de woorden auteursrecht, modelrecht of octrooi, maar de lezer kon uit de brief moeilijk iets anders afleiden dan een beroep op intellectueel eigendom. Het is voldoende aannemelijk dat ontvangers van de brief zouden kunnen besluiten geen producten (meer) bij Mooreast te bestellen of een order te annuleren. In de procedure was het enige verweer van Vryhof dat zij geen octrooirechten had, maar “mogelijk wel auteursrecht of een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodelrecht zou kunnen inroepen”. Vryhof onderbouwde dat nergens mee en kreeg de volle laag: rectificatie, verbod met dwangsom, accountant er bij, 16.000 proceskosten van de ander en haar eigen proceskosten.

Moraal van dit verhaal: wordt u bewapperd laat dan het recht van de ander checken voor u toegeeft, wilt u wapperen laat dan eerst de sterkte van uw eigen recht checken.

Wist u al dat wij meerdere gratis spreekuren hebben?

Jan Smolders.

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht



 

maandag 3 november 2014

Iedere creatief heeft iets aan de Rubik’s Cube en de Tripp Trappstoel


Creatieven bestaan bij gratie van het voortdurend creëren; de ene keer volstrekt nieuw, oorspronkelijk en nooit eerder vertoond, de andere keer op een idee gebracht, geïnspireerd door iets anders. In ons wekelijkse gratis IE-spreekuur krijgen we dan ook veel vragen van creatieven over de grenzen van originaliteit en inspiratie. Die grenzen zijn onlangs weer scherper gezet door de rechter, namelijk in rechtszaken over de Rubik’s Cube en over de Tripp Trappstoel.

Allereerst Rubik’s Cube. Daar was ooit een octrooi op, maar alleen in Hongarije. Een octrooi is beperkt in tijd en zou dus ook in Nederland allang vervallen zijn. Dan moet je iets als iemand je ontwerp namaakt, dus stel je dat je ontwerp zo origineel is dat niemand anders dit zo zou hebben kunnen ontwerpen, ofwel: “auteursrecht”. Dat haalde het niet bij de Hoge Raad: de Cube was “technisch bepaald” en daar heb je octrooien voor, auteursrecht kan dan niet. Dat er ooit een octrooi op had gerust, maakte het verweer dat de Cube niet technisch bepaald was zeker niet sterker …, net als bij het Capri Sun limonade-stazakje. Het enige niet technisch bepaalde dat er aan de Cube te ontdekken viel, was de exacte kleurstelling van de zes vlakken. Hetzelfde ding mag nu dus door iedereen op de markt worden gezet, als de kleuren maar anders zijn.

Dan de Tripp Trappstoel van Peter Opsvik (fabrikant: Stokke). Op het technische principe zat een octrooi, dat inmiddels is verlopen. Het auteursrecht heeft, zoals we zagen bij Rubik’s Cube, een probleem wanneer het product deels technisch bepaald is. Dus probeert Stokke het, naast auteursrecht, met merkenrecht. Stokke heeft op de stoel een “vormmerk” gevestigd, ofwel: de hele stoel is als afbeelding gedeponeerd bij het merkenbureau. Iedereen die iets maakte dat op de stoel leek, werd bedreigd met dat vormmerk. Een merk is bedoeld om (onder andere) te dienen als herkenningsteken, d.w.z. “dát product is afkomstig van díé onderneming”. Het Europese hof zegt (en nu vat ik het héél kort samen): wezenlijke eigenschappen van een gebruiksvoorwerp waar de consument mogelijk op zoek naar gaat bij producten van concurrenten, kunnen niet als merk dienen. Ofwel: het vormmerk als bescherming van het design van gebruiksvoorwerpen is vrijwel doodverklaard door het Europese hof. Voor de bescherming van (niet-technisch bepaalde) kunst toegepast in gebruiksvoorwerpen heb je modelrecht en auteursrecht en voor het overige mag je niet “slaafs nabootsen”. Over wat slaafs nabootsen is: klik hier.

Moraal van dit verhaal

Wat kunnen we leren van Rubik’s Cube en Tripp Trapp? Niet dat de Cube je geen grijze haren meer bezorgt en niet dat de Tripp Trapp niet meer verdraaid handig is … Maar wél dat er grenzen aan Intellectuele-Eigendomsrechten zijn, ook aan geregistreerde IE-rechten. Indien u dus als creatief die iets bedacht heeft en op de markt heeft gezet, besprongen wordt met een claim geldt: niet direct toegeven, maar eerst advies inwinnen! Omgekeerd geldt natuurlijk ook: heeft u iets beschermd, check even de reikwijdte van die bescherming. Het is een dun – juridisch – lijntje tussen oorspronkelijkheid en inspiratie!

mr. Hub Dohmen.
http://twitter.com/hdohmen
Dohmen advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
www.dohmenadvocaten.nl