donderdag 11 december 2014

Rode zolen III, of: hoezo mode snel uit de mode?


De rode dameszool blijft in ieder geval in juristenland volop in de mode. Daar dacht ik aan toen ik in ons wekelijkse juridisch spreekuur voor designers en uitvinders ook vragen kreeg over bescherming en namaak. Welnu, die rode zool dan. Eerder schreef ik in een column dat een Belgische rechter het “rode-zolenmerk” van damesschoenenontwerper Louboutin had vernietigd: “Natúúrlijk, zegt de rechter, kun je een bepaalde vorm als merk beschermen; dat kan echter niet als die vorm beslissend is voor de esthetische aantrekkelijkheid en dus voor de marktwaarde van het product. [..] rode zolen blijken al geruime tijd gangbaar te zijn voor damesschoenen, dus zo onderscheidend is het allemaal niet meer! […] Een merk is een herkenningsteken van welke onderneming iets afkomstig is. Een Coca Colaflesje is ook beschermd als vormmerk, maar wat verkocht wordt is de inhoud. Als vormmerk en wat verkocht wordt één zijn, zoals de schoen met rode zool, ziet de consument dat niet als herkenningsteken, tenzij je de eerste bent die die vorm toepast. In de woorden van de rechter: als dat teken "op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is".

Louboutin stelde hoger beroep in. Onlangs heeft het hof in dat hoger beroep uitspraak gedaan: merk tóch geldig, vernietiging ongedaan gemaakt! Het hof zei kort samengevat het volgende: het is geen kleurmerk en geen vormmerk, maar een beeldmerk, waarvan een specifiek aangeduide kleur rood (“Pantone 18-1663TP”) deel uitmaakt. Want: de contouren van de zool maken expliciet geen onderdeel uit van de merkregistratie. Maar wat is dan de afgrenzing van dit beeldmerk? Kennelijk hebben we nu te maken met een beeldmerk dat een willekeurige vorm kan aannemen. Als iemand nu een rode streep of rode sterren op de zool van een schoen zet, is het dan ook merkinbreuk? Kortom, de grens van wat een beeldmerk is, wordt hier opgerekt om Louboutin een ontsnappingsweg te geven. Immers, met een vormmerk was Louboutin de klos geweest, de wet zegt immers dat “niet als merken worden beschouwd tekens die uitsluitend bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald“. Het hof heeft een nieuw soort merk in het leven geroepen: het vormloze beeldmerk!

Daarna huppelt het hof verder alsof het (toch) een kleurmerk is, om zich de daarbij behorende vraag te stellen of dit is ingeburgerd als herkenningsteken (“oh, rode zool, dus Louboutin”). Anderen hebben ook wel eens een rode zool gebruikt als decoratief element, maar niet als herkenningsteken. Louboutin heeft het stelselmatig gebruikt als herkenningsteken, dus is het een herkenningsteken geworden, aldus het hof. Een teleurstellende uitspraak: het hof erkent enerzijds dat een bepaalde decoratie al meerdere malen eerder door anderen werd gebruikt, maar anderzijds dat iemand die decoratie nu tóch voor zichzelf kan monopoliseren!

mr. Hub Dohmen
Dohmen advocatenVan idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht


dinsdag 18 november 2014

Bij vermeend jatwerk kunnen zowel bestolene als dief een extra probleem voor zichzelf creëren


Het wiel is al lang geleden uitgevonden. Sindsdien zijn er miljoenen varianten op het oorspronkelijke wiel bedacht. U als creatief vindt soms een wiel uit, maar nog vaker bent u – bewust of onbewust – geïnspireerd door anderen waarop u voortborduurt. Dus kan het zomaar ineens voorkomen dat u ruzie krijgt met een collega die meent dat u van hem of haar heeft gebietst.
Als de rechten van de ander echter flinterdun zijn en de ander weet dat, mag hij u en uw klanten niet zomaar gaan bestoken met allerlei schrijfsels waarin wordt beweerd dat er sprake is van namaak. In juristenland heet dat ook wel “onrechtmatig wapperen met IE-rechten”. Een recent conflict als voorbeeld: Vryhof verspreidde brieven onder klanten van concurrent Mooreast waarin ze er naar hintte dat ze zou beschikken over intellectuele-eigendomsrechten en dat alles wat er op leek niet mocht.
Nergens gebruikte ze de woorden auteursrecht, modelrecht of octrooi, maar de lezer kon uit de brief moeilijk iets anders afleiden dan een beroep op intellectueel eigendom. Het is voldoende aannemelijk dat ontvangers van de brief zouden kunnen besluiten geen producten (meer) bij Mooreast te bestellen of een order te annuleren. In de procedure was het enige verweer van Vryhof dat zij geen octrooirechten had, maar “mogelijk wel auteursrecht of een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodelrecht zou kunnen inroepen”. Vryhof onderbouwde dat nergens mee en kreeg de volle laag: rectificatie, verbod met dwangsom, accountant er bij, 16.000 proceskosten van de ander en haar eigen proceskosten.

Moraal van dit verhaal: wordt u bewapperd laat dan het recht van de ander checken voor u toegeeft, wilt u wapperen laat dan eerst de sterkte van uw eigen recht checken.

Wist u al dat wij meerdere gratis spreekuren hebben?

Jan Smolders.

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht



 

maandag 3 november 2014

Iedere creatief heeft iets aan de Rubik’s Cube en de Tripp Trappstoel


Creatieven bestaan bij gratie van het voortdurend creëren; de ene keer volstrekt nieuw, oorspronkelijk en nooit eerder vertoond, de andere keer op een idee gebracht, geïnspireerd door iets anders. In ons wekelijkse gratis IE-spreekuur krijgen we dan ook veel vragen van creatieven over de grenzen van originaliteit en inspiratie. Die grenzen zijn onlangs weer scherper gezet door de rechter, namelijk in rechtszaken over de Rubik’s Cube en over de Tripp Trappstoel.

Allereerst Rubik’s Cube. Daar was ooit een octrooi op, maar alleen in Hongarije. Een octrooi is beperkt in tijd en zou dus ook in Nederland allang vervallen zijn. Dan moet je iets als iemand je ontwerp namaakt, dus stel je dat je ontwerp zo origineel is dat niemand anders dit zo zou hebben kunnen ontwerpen, ofwel: “auteursrecht”. Dat haalde het niet bij de Hoge Raad: de Cube was “technisch bepaald” en daar heb je octrooien voor, auteursrecht kan dan niet. Dat er ooit een octrooi op had gerust, maakte het verweer dat de Cube niet technisch bepaald was zeker niet sterker …, net als bij het Capri Sun limonade-stazakje. Het enige niet technisch bepaalde dat er aan de Cube te ontdekken viel, was de exacte kleurstelling van de zes vlakken. Hetzelfde ding mag nu dus door iedereen op de markt worden gezet, als de kleuren maar anders zijn.

Dan de Tripp Trappstoel van Peter Opsvik (fabrikant: Stokke). Op het technische principe zat een octrooi, dat inmiddels is verlopen. Het auteursrecht heeft, zoals we zagen bij Rubik’s Cube, een probleem wanneer het product deels technisch bepaald is. Dus probeert Stokke het, naast auteursrecht, met merkenrecht. Stokke heeft op de stoel een “vormmerk” gevestigd, ofwel: de hele stoel is als afbeelding gedeponeerd bij het merkenbureau. Iedereen die iets maakte dat op de stoel leek, werd bedreigd met dat vormmerk. Een merk is bedoeld om (onder andere) te dienen als herkenningsteken, d.w.z. “dát product is afkomstig van díé onderneming”. Het Europese hof zegt (en nu vat ik het héél kort samen): wezenlijke eigenschappen van een gebruiksvoorwerp waar de consument mogelijk op zoek naar gaat bij producten van concurrenten, kunnen niet als merk dienen. Ofwel: het vormmerk als bescherming van het design van gebruiksvoorwerpen is vrijwel doodverklaard door het Europese hof. Voor de bescherming van (niet-technisch bepaalde) kunst toegepast in gebruiksvoorwerpen heb je modelrecht en auteursrecht en voor het overige mag je niet “slaafs nabootsen”. Over wat slaafs nabootsen is: klik hier.

Moraal van dit verhaal

Wat kunnen we leren van Rubik’s Cube en Tripp Trapp? Niet dat de Cube je geen grijze haren meer bezorgt en niet dat de Tripp Trapp niet meer verdraaid handig is … Maar wél dat er grenzen aan Intellectuele-Eigendomsrechten zijn, ook aan geregistreerde IE-rechten. Indien u dus als creatief die iets bedacht heeft en op de markt heeft gezet, besprongen wordt met een claim geldt: niet direct toegeven, maar eerst advies inwinnen! Omgekeerd geldt natuurlijk ook: heeft u iets beschermd, check even de reikwijdte van die bescherming. Het is een dun – juridisch – lijntje tussen oorspronkelijkheid en inspiratie!

mr. Hub Dohmen.
http://twitter.com/hdohmen
Dohmen advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
www.dohmenadvocaten.nl

maandag 6 oktober 2014

Hoe meer je embed wordt, des te beter!


Eerder schreef mijn collega Jan Smolders al in een nieuwsbericht voor webdesign.nl dat embedden en hyperlinken naar auteursrechtelijk beschermde werken sinds kort gewoon mág van de hoogste Europese rechter. Weet u nog: embedden is linken naar een iets op andermans site, zodat het lijkt alsof het op jouw site staat; Nederland.FM is een goed voorbeeld: http://nederland.fm/. Áls je gebruik maakt van embedden, moet je overigens wél checken of op de plek waarnaar je linkt geen auteursrecht wordt geschonden en er geen paywall wordt omzeild.

Volgens velen is deze rechterlijke uitspraak zo’n beetje de dood voor elke creatief, want nu mag iedereen vrij zijn foto’s, video’s en muzieknummers embedden. Die creatief loopt zo bezoekers op zijn website mis en dus mogelijk advertentie-inkomsten. Men verliest daarbij uit het oog dat je embedden simpel technisch onmogelijk kunt maken (door middel van “hot link prevention techniques”, zie bijvoorbeeld hier). Een storm in een glas water dus.

Máár: ik pleit juist voor het tegendeel: creatieven, zorg dat je zoveel mogelijk embed wordt! Je bereik wordt vele malen groter dan met je eigen website alleen. Een veel groter publiek zal jouw foto’s, video’s of andere werken te zien krijgen en zal zich afvragen wie toch die fantastische fotograaf, musicus of schilder is. Men zal op naar je op zoek gaan en je komt om in nieuwe opdrachten!

Hub Dohmen
Dohmen Advocaten


maandag 8 september 2014

Ontwerp winkelinrichting beschermd!


De beleving is van cruciaal belang in het hedendaagse winkelbeeld. Wat doe je dan als je Apple heet en je wil niet dat je winkelindeling wordt gekopieerd? Je registreert je winkelindeling als merk!
Het Duitse merkenbureau had daar moeite mee en weigerde inschrijving van het merk. Apple ging tegen die weigering in beroep. Uiteindelijk gaf de Europese rechter aan dat je een winkelindeling als merk kan vastleggen, als het maar significant verschilt van de winkelindeling van andere ondernemingen in dezelfde sector. Oftewel: de consument moet aan een winkel kunnen zien van wie de aangeboden waren of diensten zijn, als de naam van de winkel is weggehaald. Apple heeft een zodanig afwijkende winkelindeling, dat dat geen probleem is.
De mogelijkheid tot merkregistratie is een voordeel voor een designer van winkelinrichting die te maken heeft met de vrees van potentiële klanten dat het duurbetaalde ontwerp “toch wel zal worden gejat”.

Voor de uitspraak klik hier.

Jan Smolders.

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht


vrijdag 15 augustus 2014

Een beeld zegt meer dan duizend woorden

Als tekstschrijver krijg ik regelmatig de vraag of ik ook een foto kan maken van mijn interviewkandidaten. Natuurlijk kan ik even een kiekje schieten, maar dat doet afbreuk aan mijn werk voor een pakkende tekst. Als ik het doe, wil ik het goed doen. Onder dat motto volgde ik de afgelopen maanden een basisopleiding fotografie aan de Fotovakschool. Inspirerend en prikkelend, want je leert op een heel andere manier kijken. Trots naar de les met een prachtplaat, waar je na de feedback denkt: goh, zo geweldig was ‘ie dus niet… Slik: dat betekent dus oefenen, oefenen, oefenen. Een op het oog goed gelukte foto kan altijd beter: de compositie krachtiger, de kleuren intenser, het standpunt origineler.

Tegenwoordig mag steeds vaker mijn camera mee naar een schrijfopdracht. Spannend. Je leert een heel nieuw vak. En dat doe je niet zomaar even. Het onbekende maakte in begin nog een tikje onzeker: klotsende oksels, maar ondertussen met een uitstraling alsof je dit werk al járen doet… Dat verwacht de klant immers ook: een professional die weet wat zij doet. En dankzij de hele uitrustig die je als fotograaf meesleept, zijn de verwachtingen vanzelf hoog. Na de opmerking van een klant: ‘oh, wat een professionele camera, dan moet de foto vanzelf wel mooi worden’, denk ik alleen maar: ‘was het maar zo simpel…’.

Maar wat een energie krijg je ervan om iets nieuws aan te pakken. Het onbekende heeft ook een functie: het wakkert de creativiteit aan. Want voor lang niet alle foto’s heb je een knap snoetje en een schilderachtige setting tot je beschikking. En maar goed ook: het echte leven laten zien, is een veel grotere uitdaging. Als fotograaf laat je zien hoe jij de wereld ziet. Je kiest immers voor een bepaald ‘shot’ of onderwerp, terwijl je bewust andere zaken buiten beeld laat.

Een beeld zegt meer dan duizend woorden, is de uitdrukking. Voor mij is het een wisselwerking. Ja, een sterk beeld kan veel meer zeggen dan een tekst. Maar de journalist in mij zegt tegelijk ook: een paar treffend gekozen woorden zeggen meer dan tien foto’s. De kunst is om naast een pakkende tekst, een foto te zetten die echt iets toevoegt.

Daphne Doemges-Engelen
Textworld

maandag 11 augustus 2014

Naäpen mag!

Huh? Ja! U mag de creaties van een ander naäpen en die ander mag u naäpen. Wist u nog niet? Toch is het zo. En voordat nu hele hordes creatieven hel en verdoemenis over mij uitroepen: juridisch mag u namaken. Of u wílt namaken, of u het bij uw imago vindt passen, of u liever alleen zelf bikkelt, of u de inspirerende ideeën van anderen links laat liggen, of u miskent dat de hele mensheid – inclusief voorouders – in leven bleef en blijft door naäpen, de vraag hoeveel u aan anderen wilt ontlenen en hoeveel u van dit alles aan anderen toestaat: dát is helemaal aan u zelf. Maar houdt u zichzelf vooral niet voor de gek: wat u ook doet: u maakt voortdurend na en u wordt voortdurend nagemaakt (althans, dat hoop ik voor u). Ik zelf beleef er overigens het grootste plezier aan om mijn en vooral andermans ideeën en juridische visies en strategieën voortdurend steeds verder in de richting van perfectie te brengen …

Hoe zit dat dan, juridisch? Welnu, een wijd verbreid idee in de westerse wereld is dat namaken goed is voor de ontwikkeling en vooruitgang. Daarbij moet er wel voor worden gewaakt dat we lui worden; we moeten redenen hebben om iets te blijven bedenken waar anderen weer mee verder willen en kunnen. Die reden is – naast eeuwige roem – bijvoorbeeld een beloning, rendement op je inspanning. En voor dat rendement moet je dan wel bewust kiezen en er iets voor doen. Je moet zorgen dat je een recht van intellectuele eigendom / intellectual property (IE/IP) krijgt. Veel van die IE-rechten kun je registreren: merken, modellen, octrooien enzovoort. Enkele ontstaan zonder registratie, maar niet zonder dat je er iets voor moet doen: auteursrecht en niet-ingeschreven modellen. Voor auteursrecht moet je iets creëren dat creatief en oorspronkelijk is, dat bijzonder is doordat je eigen keuzes hebt gemaakt. Een niet-ingeschreven modelrecht krijg je als je een nieuw ontwerp van een gebruiksvoorwerp (twee- of driedimensionaal) op de markt brengt met een ‘eigen gezicht’. Als van dit soort IE-rechten sprake is, is zomaar namaken niet toegestaan. Dat moet jij of die ander zorgen dat de doorontwikkeling, ontlening of inspiratie een andere totaalindruk maakt.

Deze regel leek prima te functioneren, totdat rechters enkele tientallen jaren geleden geconfronteerd werden met schrijnende namaaksituaties waarbij geen IE-bescherming was. Toch vonden ze dat dat ‘niet moest mogen’. Je voelde aan je water dat er iets niet in de haak was, zal ik maar zeggen. Bijvoorbeeld omdat iemand iets tot in detail één op één had nagemaakt, terwijl hij makkelijk iets had kunnen veranderen, zonder dat de functionaliteit minder werd. Of een concurrent maakte iets na door gebruik te maken van gestolen projectdocumenten. Ook kwamen ex-werknemers voorbij die met gebruik van de bij hun voormalige baas opgedane kennis en ervaring diezelfde baas concurrentie gingen aandoen met gebruik van de met veel moeite opgebouwde klanten- en gegevenslijsten van die baas! Dat soort bijzondere acties heeft men toen als onrechtmatig bestempeld. Maar dan moet er toch al wat aan de hand zijn, zoals je ziet!

Kort en goed: aap mij na en verspreid dit stukje!

Hub Dohmen
Dohmen advocaten