Mijn woon- en werkplek is in de buurt van een HBO-school en
een studentenflat. Ook deze leeftijdsgroep vindt het doodnormaal dat er met een
megafoon slapende studenten gewekt worden om half 8 ’s ochtends op het
kampeerveldje ernaast en er vervolgens keiharde muziek de wereld in dendert. Feesten
midden in de week bij de studentenflat brengen zelfs de aarde in trilling door
overmatige bassen en mega decibels. Je zal maar een baby hebben die ligt te
slapen. Bij de bejaardenflat ernaast zullen de ouderen hun gehoorapparaat wel uitzetten. En wat
te denken van de geluid producerende koelingsapparaten voor de airco’s op warme
dagen als alle ramen openstaan, of als je rustig op een bankje van de zon wilt
genieten?
Geluid heerst altijd over stilte: geen plek in Nederland
waar je geen auto’s hoort. Eigenlijk vind ik dat in een dichtbevolkt land als
Nederland er meer aan geluidsreductie hoort te worden gedaan. Voorbeelden hiervan
zijn de stilte coupé in de trein, geluidswanden langs snelwegen, geluidsisolatie
tussen huizen.
Maar eigenlijk gaat het om beschaving: het gaat om de
geluidsbronnen. Waarom worden er nog steeds maar minimale geluidseisen aan
autobandengebruik gesteld, krijgen ouders kinderen niet meer stil in de trein
en mogen ze gillend door het leven gaan en stellen jongeren hun geluid producerende
levenswijze boven de rest van de buurtbewoners?
Dit is een gevolg van de “ikke-ikke en de rest kan stikken”
maatschappij, jijzelf als middelpunt van de aarde en niet jijzelf als onderdeel
ervan met verantwoordelijkheid voor je omgeving. Kwestie van levenshouding.
Clairette Gitz
Gitz Architecten
Gitz Architecten