donderdag 11 december 2014

Rode zolen III, of: hoezo mode snel uit de mode?


De rode dameszool blijft in ieder geval in juristenland volop in de mode. Daar dacht ik aan toen ik in ons wekelijkse juridisch spreekuur voor designers en uitvinders ook vragen kreeg over bescherming en namaak. Welnu, die rode zool dan. Eerder schreef ik in een column dat een Belgische rechter het “rode-zolenmerk” van damesschoenenontwerper Louboutin had vernietigd: “Natúúrlijk, zegt de rechter, kun je een bepaalde vorm als merk beschermen; dat kan echter niet als die vorm beslissend is voor de esthetische aantrekkelijkheid en dus voor de marktwaarde van het product. [..] rode zolen blijken al geruime tijd gangbaar te zijn voor damesschoenen, dus zo onderscheidend is het allemaal niet meer! […] Een merk is een herkenningsteken van welke onderneming iets afkomstig is. Een Coca Colaflesje is ook beschermd als vormmerk, maar wat verkocht wordt is de inhoud. Als vormmerk en wat verkocht wordt één zijn, zoals de schoen met rode zool, ziet de consument dat niet als herkenningsteken, tenzij je de eerste bent die die vorm toepast. In de woorden van de rechter: als dat teken "op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is".

Louboutin stelde hoger beroep in. Onlangs heeft het hof in dat hoger beroep uitspraak gedaan: merk tóch geldig, vernietiging ongedaan gemaakt! Het hof zei kort samengevat het volgende: het is geen kleurmerk en geen vormmerk, maar een beeldmerk, waarvan een specifiek aangeduide kleur rood (“Pantone 18-1663TP”) deel uitmaakt. Want: de contouren van de zool maken expliciet geen onderdeel uit van de merkregistratie. Maar wat is dan de afgrenzing van dit beeldmerk? Kennelijk hebben we nu te maken met een beeldmerk dat een willekeurige vorm kan aannemen. Als iemand nu een rode streep of rode sterren op de zool van een schoen zet, is het dan ook merkinbreuk? Kortom, de grens van wat een beeldmerk is, wordt hier opgerekt om Louboutin een ontsnappingsweg te geven. Immers, met een vormmerk was Louboutin de klos geweest, de wet zegt immers dat “niet als merken worden beschouwd tekens die uitsluitend bestaan uit een vorm die door de aard van de waar wordt bepaald“. Het hof heeft een nieuw soort merk in het leven geroepen: het vormloze beeldmerk!

Daarna huppelt het hof verder alsof het (toch) een kleurmerk is, om zich de daarbij behorende vraag te stellen of dit is ingeburgerd als herkenningsteken (“oh, rode zool, dus Louboutin”). Anderen hebben ook wel eens een rode zool gebruikt als decoratief element, maar niet als herkenningsteken. Louboutin heeft het stelselmatig gebruikt als herkenningsteken, dus is het een herkenningsteken geworden, aldus het hof. Een teleurstellende uitspraak: het hof erkent enerzijds dat een bepaalde decoratie al meerdere malen eerder door anderen werd gebruikt, maar anderzijds dat iemand die decoratie nu tóch voor zichzelf kan monopoliseren!

mr. Hub Dohmen
Dohmen advocatenVan idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht


dinsdag 18 november 2014

Bij vermeend jatwerk kunnen zowel bestolene als dief een extra probleem voor zichzelf creëren


Het wiel is al lang geleden uitgevonden. Sindsdien zijn er miljoenen varianten op het oorspronkelijke wiel bedacht. U als creatief vindt soms een wiel uit, maar nog vaker bent u – bewust of onbewust – geïnspireerd door anderen waarop u voortborduurt. Dus kan het zomaar ineens voorkomen dat u ruzie krijgt met een collega die meent dat u van hem of haar heeft gebietst.
Als de rechten van de ander echter flinterdun zijn en de ander weet dat, mag hij u en uw klanten niet zomaar gaan bestoken met allerlei schrijfsels waarin wordt beweerd dat er sprake is van namaak. In juristenland heet dat ook wel “onrechtmatig wapperen met IE-rechten”. Een recent conflict als voorbeeld: Vryhof verspreidde brieven onder klanten van concurrent Mooreast waarin ze er naar hintte dat ze zou beschikken over intellectuele-eigendomsrechten en dat alles wat er op leek niet mocht.
Nergens gebruikte ze de woorden auteursrecht, modelrecht of octrooi, maar de lezer kon uit de brief moeilijk iets anders afleiden dan een beroep op intellectueel eigendom. Het is voldoende aannemelijk dat ontvangers van de brief zouden kunnen besluiten geen producten (meer) bij Mooreast te bestellen of een order te annuleren. In de procedure was het enige verweer van Vryhof dat zij geen octrooirechten had, maar “mogelijk wel auteursrecht of een niet-geregistreerd Gemeenschapsmodelrecht zou kunnen inroepen”. Vryhof onderbouwde dat nergens mee en kreeg de volle laag: rectificatie, verbod met dwangsom, accountant er bij, 16.000 proceskosten van de ander en haar eigen proceskosten.

Moraal van dit verhaal: wordt u bewapperd laat dan het recht van de ander checken voor u toegeeft, wilt u wapperen laat dan eerst de sterkte van uw eigen recht checken.

Wist u al dat wij meerdere gratis spreekuren hebben?

Jan Smolders.

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht



 

maandag 3 november 2014

Iedere creatief heeft iets aan de Rubik’s Cube en de Tripp Trappstoel


Creatieven bestaan bij gratie van het voortdurend creëren; de ene keer volstrekt nieuw, oorspronkelijk en nooit eerder vertoond, de andere keer op een idee gebracht, geïnspireerd door iets anders. In ons wekelijkse gratis IE-spreekuur krijgen we dan ook veel vragen van creatieven over de grenzen van originaliteit en inspiratie. Die grenzen zijn onlangs weer scherper gezet door de rechter, namelijk in rechtszaken over de Rubik’s Cube en over de Tripp Trappstoel.

Allereerst Rubik’s Cube. Daar was ooit een octrooi op, maar alleen in Hongarije. Een octrooi is beperkt in tijd en zou dus ook in Nederland allang vervallen zijn. Dan moet je iets als iemand je ontwerp namaakt, dus stel je dat je ontwerp zo origineel is dat niemand anders dit zo zou hebben kunnen ontwerpen, ofwel: “auteursrecht”. Dat haalde het niet bij de Hoge Raad: de Cube was “technisch bepaald” en daar heb je octrooien voor, auteursrecht kan dan niet. Dat er ooit een octrooi op had gerust, maakte het verweer dat de Cube niet technisch bepaald was zeker niet sterker …, net als bij het Capri Sun limonade-stazakje. Het enige niet technisch bepaalde dat er aan de Cube te ontdekken viel, was de exacte kleurstelling van de zes vlakken. Hetzelfde ding mag nu dus door iedereen op de markt worden gezet, als de kleuren maar anders zijn.

Dan de Tripp Trappstoel van Peter Opsvik (fabrikant: Stokke). Op het technische principe zat een octrooi, dat inmiddels is verlopen. Het auteursrecht heeft, zoals we zagen bij Rubik’s Cube, een probleem wanneer het product deels technisch bepaald is. Dus probeert Stokke het, naast auteursrecht, met merkenrecht. Stokke heeft op de stoel een “vormmerk” gevestigd, ofwel: de hele stoel is als afbeelding gedeponeerd bij het merkenbureau. Iedereen die iets maakte dat op de stoel leek, werd bedreigd met dat vormmerk. Een merk is bedoeld om (onder andere) te dienen als herkenningsteken, d.w.z. “dát product is afkomstig van díé onderneming”. Het Europese hof zegt (en nu vat ik het héél kort samen): wezenlijke eigenschappen van een gebruiksvoorwerp waar de consument mogelijk op zoek naar gaat bij producten van concurrenten, kunnen niet als merk dienen. Ofwel: het vormmerk als bescherming van het design van gebruiksvoorwerpen is vrijwel doodverklaard door het Europese hof. Voor de bescherming van (niet-technisch bepaalde) kunst toegepast in gebruiksvoorwerpen heb je modelrecht en auteursrecht en voor het overige mag je niet “slaafs nabootsen”. Over wat slaafs nabootsen is: klik hier.

Moraal van dit verhaal

Wat kunnen we leren van Rubik’s Cube en Tripp Trapp? Niet dat de Cube je geen grijze haren meer bezorgt en niet dat de Tripp Trapp niet meer verdraaid handig is … Maar wél dat er grenzen aan Intellectuele-Eigendomsrechten zijn, ook aan geregistreerde IE-rechten. Indien u dus als creatief die iets bedacht heeft en op de markt heeft gezet, besprongen wordt met een claim geldt: niet direct toegeven, maar eerst advies inwinnen! Omgekeerd geldt natuurlijk ook: heeft u iets beschermd, check even de reikwijdte van die bescherming. Het is een dun – juridisch – lijntje tussen oorspronkelijkheid en inspiratie!

mr. Hub Dohmen.
http://twitter.com/hdohmen
Dohmen advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
www.dohmenadvocaten.nl

maandag 6 oktober 2014

Hoe meer je embed wordt, des te beter!


Eerder schreef mijn collega Jan Smolders al in een nieuwsbericht voor webdesign.nl dat embedden en hyperlinken naar auteursrechtelijk beschermde werken sinds kort gewoon mág van de hoogste Europese rechter. Weet u nog: embedden is linken naar een iets op andermans site, zodat het lijkt alsof het op jouw site staat; Nederland.FM is een goed voorbeeld: http://nederland.fm/. Áls je gebruik maakt van embedden, moet je overigens wél checken of op de plek waarnaar je linkt geen auteursrecht wordt geschonden en er geen paywall wordt omzeild.

Volgens velen is deze rechterlijke uitspraak zo’n beetje de dood voor elke creatief, want nu mag iedereen vrij zijn foto’s, video’s en muzieknummers embedden. Die creatief loopt zo bezoekers op zijn website mis en dus mogelijk advertentie-inkomsten. Men verliest daarbij uit het oog dat je embedden simpel technisch onmogelijk kunt maken (door middel van “hot link prevention techniques”, zie bijvoorbeeld hier). Een storm in een glas water dus.

Máár: ik pleit juist voor het tegendeel: creatieven, zorg dat je zoveel mogelijk embed wordt! Je bereik wordt vele malen groter dan met je eigen website alleen. Een veel groter publiek zal jouw foto’s, video’s of andere werken te zien krijgen en zal zich afvragen wie toch die fantastische fotograaf, musicus of schilder is. Men zal op naar je op zoek gaan en je komt om in nieuwe opdrachten!

Hub Dohmen
Dohmen Advocaten


maandag 8 september 2014

Ontwerp winkelinrichting beschermd!


De beleving is van cruciaal belang in het hedendaagse winkelbeeld. Wat doe je dan als je Apple heet en je wil niet dat je winkelindeling wordt gekopieerd? Je registreert je winkelindeling als merk!
Het Duitse merkenbureau had daar moeite mee en weigerde inschrijving van het merk. Apple ging tegen die weigering in beroep. Uiteindelijk gaf de Europese rechter aan dat je een winkelindeling als merk kan vastleggen, als het maar significant verschilt van de winkelindeling van andere ondernemingen in dezelfde sector. Oftewel: de consument moet aan een winkel kunnen zien van wie de aangeboden waren of diensten zijn, als de naam van de winkel is weggehaald. Apple heeft een zodanig afwijkende winkelindeling, dat dat geen probleem is.
De mogelijkheid tot merkregistratie is een voordeel voor een designer van winkelinrichting die te maken heeft met de vrees van potentiële klanten dat het duurbetaalde ontwerp “toch wel zal worden gejat”.

Voor de uitspraak klik hier.

Jan Smolders.

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht


vrijdag 15 augustus 2014

Een beeld zegt meer dan duizend woorden

Als tekstschrijver krijg ik regelmatig de vraag of ik ook een foto kan maken van mijn interviewkandidaten. Natuurlijk kan ik even een kiekje schieten, maar dat doet afbreuk aan mijn werk voor een pakkende tekst. Als ik het doe, wil ik het goed doen. Onder dat motto volgde ik de afgelopen maanden een basisopleiding fotografie aan de Fotovakschool. Inspirerend en prikkelend, want je leert op een heel andere manier kijken. Trots naar de les met een prachtplaat, waar je na de feedback denkt: goh, zo geweldig was ‘ie dus niet… Slik: dat betekent dus oefenen, oefenen, oefenen. Een op het oog goed gelukte foto kan altijd beter: de compositie krachtiger, de kleuren intenser, het standpunt origineler.

Tegenwoordig mag steeds vaker mijn camera mee naar een schrijfopdracht. Spannend. Je leert een heel nieuw vak. En dat doe je niet zomaar even. Het onbekende maakte in begin nog een tikje onzeker: klotsende oksels, maar ondertussen met een uitstraling alsof je dit werk al járen doet… Dat verwacht de klant immers ook: een professional die weet wat zij doet. En dankzij de hele uitrustig die je als fotograaf meesleept, zijn de verwachtingen vanzelf hoog. Na de opmerking van een klant: ‘oh, wat een professionele camera, dan moet de foto vanzelf wel mooi worden’, denk ik alleen maar: ‘was het maar zo simpel…’.

Maar wat een energie krijg je ervan om iets nieuws aan te pakken. Het onbekende heeft ook een functie: het wakkert de creativiteit aan. Want voor lang niet alle foto’s heb je een knap snoetje en een schilderachtige setting tot je beschikking. En maar goed ook: het echte leven laten zien, is een veel grotere uitdaging. Als fotograaf laat je zien hoe jij de wereld ziet. Je kiest immers voor een bepaald ‘shot’ of onderwerp, terwijl je bewust andere zaken buiten beeld laat.

Een beeld zegt meer dan duizend woorden, is de uitdrukking. Voor mij is het een wisselwerking. Ja, een sterk beeld kan veel meer zeggen dan een tekst. Maar de journalist in mij zegt tegelijk ook: een paar treffend gekozen woorden zeggen meer dan tien foto’s. De kunst is om naast een pakkende tekst, een foto te zetten die echt iets toevoegt.

Daphne Doemges-Engelen
Textworld

maandag 11 augustus 2014

Naäpen mag!

Huh? Ja! U mag de creaties van een ander naäpen en die ander mag u naäpen. Wist u nog niet? Toch is het zo. En voordat nu hele hordes creatieven hel en verdoemenis over mij uitroepen: juridisch mag u namaken. Of u wílt namaken, of u het bij uw imago vindt passen, of u liever alleen zelf bikkelt, of u de inspirerende ideeën van anderen links laat liggen, of u miskent dat de hele mensheid – inclusief voorouders – in leven bleef en blijft door naäpen, de vraag hoeveel u aan anderen wilt ontlenen en hoeveel u van dit alles aan anderen toestaat: dát is helemaal aan u zelf. Maar houdt u zichzelf vooral niet voor de gek: wat u ook doet: u maakt voortdurend na en u wordt voortdurend nagemaakt (althans, dat hoop ik voor u). Ik zelf beleef er overigens het grootste plezier aan om mijn en vooral andermans ideeën en juridische visies en strategieën voortdurend steeds verder in de richting van perfectie te brengen …

Hoe zit dat dan, juridisch? Welnu, een wijd verbreid idee in de westerse wereld is dat namaken goed is voor de ontwikkeling en vooruitgang. Daarbij moet er wel voor worden gewaakt dat we lui worden; we moeten redenen hebben om iets te blijven bedenken waar anderen weer mee verder willen en kunnen. Die reden is – naast eeuwige roem – bijvoorbeeld een beloning, rendement op je inspanning. En voor dat rendement moet je dan wel bewust kiezen en er iets voor doen. Je moet zorgen dat je een recht van intellectuele eigendom / intellectual property (IE/IP) krijgt. Veel van die IE-rechten kun je registreren: merken, modellen, octrooien enzovoort. Enkele ontstaan zonder registratie, maar niet zonder dat je er iets voor moet doen: auteursrecht en niet-ingeschreven modellen. Voor auteursrecht moet je iets creëren dat creatief en oorspronkelijk is, dat bijzonder is doordat je eigen keuzes hebt gemaakt. Een niet-ingeschreven modelrecht krijg je als je een nieuw ontwerp van een gebruiksvoorwerp (twee- of driedimensionaal) op de markt brengt met een ‘eigen gezicht’. Als van dit soort IE-rechten sprake is, is zomaar namaken niet toegestaan. Dat moet jij of die ander zorgen dat de doorontwikkeling, ontlening of inspiratie een andere totaalindruk maakt.

Deze regel leek prima te functioneren, totdat rechters enkele tientallen jaren geleden geconfronteerd werden met schrijnende namaaksituaties waarbij geen IE-bescherming was. Toch vonden ze dat dat ‘niet moest mogen’. Je voelde aan je water dat er iets niet in de haak was, zal ik maar zeggen. Bijvoorbeeld omdat iemand iets tot in detail één op één had nagemaakt, terwijl hij makkelijk iets had kunnen veranderen, zonder dat de functionaliteit minder werd. Of een concurrent maakte iets na door gebruik te maken van gestolen projectdocumenten. Ook kwamen ex-werknemers voorbij die met gebruik van de bij hun voormalige baas opgedane kennis en ervaring diezelfde baas concurrentie gingen aandoen met gebruik van de met veel moeite opgebouwde klanten- en gegevenslijsten van die baas! Dat soort bijzondere acties heeft men toen als onrechtmatig bestempeld. Maar dan moet er toch al wat aan de hand zijn, zoals je ziet!

Kort en goed: aap mij na en verspreid dit stukje!

Hub Dohmen
Dohmen advocaten

maandag 7 juli 2014

Stilte

De openbare ruimte is van iedereen, zelden hoor je er de stilte. Nu met het WK voetbal is de dwang van de massa extra voelbaar. Een Nederlands doelpunt betekent een massale ontlading van spanning die met geluid de lucht in geworpen wordt. Ik stelde mij voor dat je ligt te sterven of doodziek bent, teruggeworpen op jezelf en dat je dan wakker geschud wordt door massaal gejuich. 

Mijn woon- en werkplek is in de buurt van een HBO-school en een studentenflat. Ook deze leeftijdsgroep vindt het doodnormaal dat er met een megafoon slapende studenten gewekt worden om half 8 ’s ochtends op het kampeerveldje ernaast en er vervolgens keiharde muziek de wereld in dendert. Feesten midden in de week bij de studentenflat brengen zelfs de aarde in trilling door overmatige bassen en mega decibels. Je zal maar een baby hebben die ligt te slapen. Bij de bejaardenflat ernaast zullen de ouderen hun gehoorapparaat wel uitzetten. En wat te denken van de geluid producerende koelingsapparaten voor de airco’s op warme dagen als alle ramen openstaan, of als je rustig op een bankje van de zon wilt genieten?

Geluid heerst altijd over stilte: geen plek in Nederland waar je geen auto’s hoort. Eigenlijk vind ik dat in een dichtbevolkt land als Nederland er meer aan geluidsreductie hoort te worden gedaan. Voorbeelden hiervan zijn de stilte coupé in de trein, geluidswanden langs snelwegen, geluidsisolatie tussen huizen.

Maar eigenlijk gaat het om beschaving: het gaat om de geluidsbronnen. Waarom worden er nog steeds maar minimale geluidseisen aan autobandengebruik gesteld, krijgen ouders kinderen niet meer stil in de trein en mogen ze gillend door het leven gaan en stellen jongeren hun geluid producerende levenswijze boven de rest van de buurtbewoners?

Dit is een gevolg van de “ikke-ikke en de rest kan stikken” maatschappij, jijzelf als middelpunt van de aarde en niet jijzelf als onderdeel ervan met verantwoordelijkheid voor je omgeving. Kwestie van levenshouding.
 
Clairette Gitz
Gitz Architecten
 

dinsdag 1 juli 2014

Geloof niet blindelings in onaantastbaarheid registratie intellectuele eigendom


Een fantastische oplossing van namaakkwesties — en een smeuïg verhaal ...
 
Niet meer de ‘bricks’ bepalen de waarde van een onderneming, maar de ideeën, designs, uitvindingen en creaties, beleving, ‘look and feel’, van een klein, simpel gebruiksvoorwerp, via een artistiek schilderij tot een hoogwaardig productieproces. Iedereen inspireert iedereen, of het nu gaat om auteursrecht, merk, octrooi / patent, domeinnaam, handelsnaam, model, design, hoogwaardige technologie, vernieuwend webdesign of innovatie enzovoort enzovoort. Wat de een als ‘diefstal’, ‘namaak’, ‘counterfeit’ of ‘piraterij’ beschouwt, noemt de ander ‘lenen’ en weer een ander ’geïnspireerd door’ of ‘op elkaars schouders gaan staan’.

In de technology draaien bedrijven als Apple en Samsung om elkaar heen wegens octrooi-/patentschending en het gebruiken van elkaars design. In de detailhandel is het aanleunen van een starter tegen de handelsnaam van een ‘oldtimer’ een ware rage. Webdesigners weten meestal wel dat je geen foto’s die je op het web vindt, mag ‘lenen’, maar bij MKB’ers met een CMS staat een foto met andermans auteursrecht/persoonlijkheidsrecht vaak binnen vijf minuten op de site. Handelaren in gebruikte auto’s en auto-onderdelen of autoreparatie/-restauratiebedrijven willen graag de automerken waarin zij gespecialiseerd zijn in hun domeinnaam vermelden.

Een goed voorbeeld van inspiratie door andermans modellen/designs is de schoen(mode). Uit die schoenmode volgt nu een waar gebeurd verhaal. Een designschoenenboetiek – met eigen ontwerpen – benadert ons naar aanleiding van onze gespecialiseerde juridische workshops en columns voor creatieven, o.a. bij KvK en CreatiefZuid. De cliënt kreeg een sommatie van een advocaat: “U verkoopt een designpump die heel erg lijkt op de Europese modelaanvraag van onlangs van mijn cliënt. Dus stop er maar mee!”.
 
Onze cliënt is des duivels: hij produceert dit model al lang, heeft – als rechtgeaard creatief – een broertje dood aan vastleggen en kan dus niet goed bewijzen dat hij ‘eerder’ was. Wij vertellen onze cliënt dat een modelbescherming van een ander voor hem dan een probleem kan zijn en instrueren hem om onderzoek te doen. De wederpartij komt met een foto van ‘haar’ schoen op een beurs in 2014. Dat nodigde uit tot verder grondig onderzoek: het blijkt een beurs uit 2013 te zijn, niet 2014!. Je hebt maximaal een jaar om je model te registreren nadat je het op de beurs laat zien. Dus mail terug: te late registratie en dus ongeldig model. Zo wordt de ogenschijnlijk krachtige, maar unfair verkregen modelbescherming afgestraft. Moraal van dit verhaal: geloof niet zomaar alles wat op papier staat en … zorg dat je zelf het nodige op papier hebt …

Jan Smolders

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht

dinsdag 27 mei 2014

Stijlpikkers II


Eerder schreef mijn collega Hub Dohmen een column over het pikken van de stijl van een schilder. Dat mocht van de Hoge Raad: auteursrecht rust niet op een stijl, maar op een werk.

Er is veel weerstand tegen die uitspraak; de work-around is dus dat rechters onderdelen van het werk waarvan een ander de stijl heeft overgenomen auteursrechtelijk beschermd gaan benoemen … Meubeldesigner Piet Hein Eek was een kort geding gestart tegen iemand die bij Piet Hein Eek tot circa 1999 als timmerman in dienst was geweest. De timmerman was vervolgens voor zichzelf aan het timmeren geslagen en bood op zijn website meubels aan waarvan de stijl gekopieerd was van Piet Hein Eek. Een ronde tafel van de timmerman had een blad in dezelfde stijl als een rechthoekige tafel van Piet Hein Eek. Ronde tafel versus rechthoekige tafel. Desondanks concludeerde de rechter tot auteursrechtinbreuk: “Ook als een tafel met deze typische kenmerken in een andere vorm wordt gemaakt, dan nog behoudt deze het eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijke stempel van de maker.”.

Een verbod is een uitkomst waar ik mee kan leven, gelet op het feit dat de timmerman in dienst was geweest bij Piet Hein Eek. Een verbod op grond van auteursrechtinbreuk niet. De motivering is mijns inziens een doelredenering. Met een andere redenering had een zelfde resultaat kunnen worden bereikt.

Behalve het auteursrecht bestaat er namelijk ook zoiets als “onrechtmatige daad”. Zoals mijn collega Hub Dohmen al schreef:  Slechts onder omstandigheden, zegt de Hoge Raad, is het nabootsen van een stijl onrechtmatig. Wanneer dat het geval is, zal toekomstige jurisprudentie moeten uitwijzen. Zelf denk ik bijvoorbeeld aan een eerdere zakelijke relatie tussen creatieveling en stijlnabootser, waarbij de nabootser alle tips en trucs heeft kunnen afkijken.”. Nu was er dan eindelijk een keer zo’n situatie (ex-werknemer), gebruikt de rechter die uitweg niet….

De vraag is of deze rechter een zelfde vonnis had afgegeven als de timmerman geen ex-werknemer was geweest van Piet Hein Eek. Vraag is ook wat een bodemrechter of hogerberoeprechter met een uitspraak als deze doet. De toekomst zal het leren.

 
Dohmen Advocaten  - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
 
 

donderdag 8 mei 2014

Stadslandbouw versus volkstuin

Vorig jaar in het oogstseizoen mailde een vriendin rond, dat ze hulp nodig had bij de oogst van haar bessen uit haar volkstuin. Ik ben dol op bessen dus meldde mij aan, maar ik bleek de enige. Ik ben aan het werk gegaan en ging naar huis met bakken vol met allerlei soorten bessen plus nog jam van het jaar ervoor.
 
En dat is het, een moestuin is therapeutisch in zijn rust als alles lekker groeit, maar dan begint het ijverige verwerken. De makkelijkste variant was bessen op wodka, die ik mij al zag verorberen op een koude winteravond. Veel weet ik niet van het volkstuinleven, maar ik hoorde wel, dat de tuinders veel uitwisselden, zowel zaden als kennis.

De volkstuin dateert uit de tijd dat arbeiders een stukje land kregen om hun eigen groenten te verbouwen en ze liggen vaak in randgebieden. Omdat het gemeentelijke grond in stedelijk gebied betreft, worden volkstuincomplexen bedreigd met opheffing of verplaatst naar nieuwe randgebieden.

Stadslandbouw wordt zowel individueel, bijvoorbeeld het tomatenplantje op het balkon, of in groepen beoefend. Saaie bitumen daken worden omgetoverd tot groene oases. Deze daken werken mee aan waterretentie. En stukjes braakliggende grond worden omgezet in buurttuinen, waar gezamenlijk aan de oogst wordt gewerkt. Nu grondverkoop in steden stil ligt, staan gemeenten toe dat de burgers tijdelijk de gronden te nutte maken.

Dus nu de waarde van de grond daalt, wordt agrarische bewerking weer binnen de stedelijke grenzen toegelaten. Ik denk dat er een veelvoud van oorzaken is, dat mensen hun eigen groenten gaan verbouwen: nl. financiële, zoals de oorspronkelijke drijfveer achter de volkstuin; sociale, het verbindt mensen uit een buurt en de buurt knapt op door het groen; ideële, het willen beperken van de uitstoot van gassen bij het vervoer van groenten, en de terugkeer naar smaakvolle groenten.

Is dit een uitloper van het individualisme of juist een teken dat mensen weer samen willen werken om kwaliteit te behalen en weer grip willen krijgen op hun voeding? Ik ga voor het laatste en daarbij positieve bijwerking van de tanende grondverkoop, waarbij de burger weer betrokken wil zijn bij zijn eigen omgeving.
 
Clairette Gitz
 

vrijdag 25 april 2014

Ook ‘echte’ designers moeten creatief blijven …

Even ter herinnering:de heer Louboutin is designer van, zoals u allen weet, dure damesschoenen met rode zolen; een ‘echte’, beroemde designer dus ... Louboutin had die rode zool beschermd als merk. Van Haren verkocht vorig jaar ook damesschoenen met rode zolen. Louboutin sprong er boven op en won de rechtszaak wegens merkinbreuk. In een eerdere column maakte ik al bezwaar tegen die uitspraak, omdat daardoor onterecht een onderdeel van een schoen — de (rode) zool — eeuwigdurend gemonopoliseerd werd.

Een Belgische rechter zag dat ook zo. In een zaak die speelde tussen Louboutin en een Belgische ‘inbreukmaker’ heeft de rechter het ‘rode-zolenmerk’ van Louboutin namelijk vernietigd. Natúúrlijk, zegt de rechter, kun je een bepaalde vorm als merk beschermen; dat kan echter niet als die vorm beslissend is voor de esthetische aantrekkelijkheid en dus voor de marktwaarde van het product. Dan helpt het Louboutin niet echt als de rechter heeft gelezen dat Louboutins schoen met rode zool is verkozen tot meest sexy schoen van 2012 en een koopster verklaart dat ze nooit zoveel geld had uitgegeven aan een paar schoenen als er geen rode zolen onder hadden gezeten ... En, ja, schrijft de rechter fijntjes: rode zolen blijken al geruime tijd gangbaar te zijn voor damesschoenen, dus zo onderscheidend is het allemaal niet meer! Tja, meneer Louboutin: streep door je merk (voor de hele Benelux), weer creatief worden en iets nieuws bedenken! Máár … en ik ben niet voor niets advocaat …: Louboutin kan nog bezwaar maken tegen deze uitspraak en het zou me niet verbazen als hij dat doet bij zo’n schoen als kaskraker.

De rechter was er al ‘klaar mee’, maar geeft ons allen toch nog een gratis college. Een merk is een herkenningsteken van welke onderneming iets afkomstig is. Een Coca Colaflesje is ook beschermd als vormmerk, maar wat verkocht wordt is de inhoud. Als vormmerk en wat verkocht wordt één zijn, zoals de schoen met rode zool, ziet de consument dat niet als herkenningsteken, tenzij je de eerste bent die die vorm toepast. In de woorden van de rechter: als dat teken “op significante wijze afwijkt van de norm of van wat in de betrokken sector gangbaar is”.

Moederdagtip: binnenkort kunt u waarschijnlijk weer rode zolen bij Van Haren kopen.

mr. Hub Dohmen.

Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht

vrijdag 21 maart 2014

Uw design beschermen tegen diefstal


Origineel design is het kapitaal van de designer en de bescherming ervan beschermt — dus — het voortbestaan van de onderneming van de designer. Dat beschermen kan met een zogenoemde ‘modelbescherming’, waarbij met ‘model’ zowel een twee- als een driedimensionaal ontwerp wordt bedoeld.

Sinds kort kunt u bij het Benelux Bureau Intellectuele Eigendom online uw model deponeren (registreren). Voor de kosten hoeft u het niet te laten. Foto of tekening uploaden en u bent (zolang u de taxen betaalt) vijfentwintig jaar lang beschermd tegen mensen die uw model stelen.

Wacht niet te lang met registratie, want een model moet “nieuw” zijn om het te kunnen registreren. U heeft weliswaar een jaar respijt, maar in dat jaar kan een ander snel uw model registreren en dan heeft u er toch een probleem bij (u moet dan het depot opeisen).

Als u niet registreert, heeft u slechts drie jaar lang de Europese bescherming tegen één-op-één kopieën, al hebben sommige rechters de neiging de bescherming uit te breiden naar “lijkt op”; vertrouw daar echter niet op. Bovendien heeft u zonder inschrijving mogelijk een probleem om te bewijzen dat u eerst was.

Jan Smolders
 
Dohmen Advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht



dinsdag 11 maart 2014

Het scheiden van zorg en wonen

                         
Het moment nadert dat wonen en zorg gescheiden worden, het is een middel om de zorg betaalbaar te houden. Onder “de zorg” wordt niet alleen het directe zorgen verstaan, waar de mensen met hart en ziel voor gaan, die het in de praktijk brengen, er zit ook veel management bij, die van dat potje “zorg” betaald wordt. En hoe dat potje “zorg” betaald wordt is ook voor iedereen anders en afhankelijk van inkomen en vermogen.

De hoeveelheid zorg wordt bepaald n.a.v. een indicatie, die door een groep professionele mensen wordt vastgesteld van (huis)artsen tot casemanagers. Het is een wereld die zich pas opent als je er noodgedwongen je entree maakt, omdat een familie lid zorg behoeft, bijvoorbeeld een ouder. Een scala van keuzes is mogelijk: verzorging in de vertrouwde woonomgeving, een “mantelzorgwoning” in je tuin laten plaatsen, een ouder in huis nemen, het verzorgingstehuis.

De participatiemaatschappij dwingt mensen weer de zorg voor elkaar op zich te nemen. Dat klinkt heel sociaal, maar dat is het vanwege allerlei sociaal -culturele redenen niet, want het is geen keuze, maar het wordt een noodzaak, die vrouwen wederom in een economische achterstandspositie dwingen. Dus een ouder in huis nemen of in een tuinhuis onder brengen is eigenlijk geen optie.

Het blijft een emotioneel moment om een oudere weg te halen uit de vertrouwde omgeving. Maar een oudere in de vertrouwde omgeving laten vergt heel veel aanpassingen en zorgtijd en kansen op ongelukken. Dat is het dilemma.

Wat is de achterliggende reden dat gebouwen afgeschreven worden, waar ouderen graag zouden willen blijven wonen? Waar gaat het heen als er niet meer genoeg locaties zijn waar ouderen verzorgd kunnen worden? Ik denk dat het beter is tehuizen te houden met gelijkgestemden of “gelijk-ontwikkelden” wat betreft zorgbehoefte, geestelijk of lichamelijk en dat ouderen er het beste heen kunnen gaan, wanneer ze zich nog bewust zijn van hun nieuwe omgeving. Dan kunnen ze nog wennen, aanpassen en genieten van de sociale contacten.

De lange wachtlijsten veroorzaken veel ellende hoor ik om mij heen. Er ontstaat op deze manier wederom een kloof tussen arm en rijk. Rijken die veel zorg in kunnen kopen plus een betere woonomgeving en de armeren met een basiszorgarrangement in een geringere woonomgeving. Het is nu nog niet zichtbaar maar het beweegt zich in deze richting. Want het is onduidelijk hoe het zorgaanbod zich op de vrije markt gaat ontwikkelen, maar de manier waarop het nu is ingezet zal zeker een groot verschil in zorg veroorzaken tussen arm en rijk.


Clairette Gitz
Gitz Architecten
 

vrijdag 21 februari 2014

Eerlijk duurt het langst … ook bij na-apen van creaties


Ieder verdedigingswapen dat ooit is ontwikkeld, wordt ondanks de goede wil van de uitvinder om het alleen ter bescherming in te zetten ooit gebruikt als aanvalsmiddel. Niet omdat het moet, maar, gewoon, omdat het kán. Dat geldt ook voor de wapens waarmee de wetgever de bezitter van een recht van intellectuele eigendom heeft uitgerust. Onlangs was Action het slachtoffer hiervan, hoewel Action niet direct onze sympathie lijkt te verdienen, want zij was juist de na-aper.

 
AD Inkoop B.V. had een bijzonder vormgegeven theelichthouder als model geregistreerd in het gemeenschapsmodellenregister. In dat EG-register kun je twee- of driedimensionale ontwerpen laten opnemen zodat ze beschermd zijn tegen namaak. Action verkocht vervolgens theelichthouders die te veel leken op het beschermde model van AD Inkoop. Action kreeg vervolgens een inbreukverbod aan de broek met dwangsom. AD Inkoop wilde cashen: u verkoopt de theelichthouders nog steeds en maakt dus inbreuk, zie kassabon; hier met die tientallen duizenden euro’s aan dwangsommen! Terecht, zou je zeggen, Action wist immers door de uitspraak dat het niet mocht en ook welke sanctie er op stond. Wie geschoren wordt, moet stil zitten …

 
En tóch kreeg AD Inkoop een rechterlijk verbod opgelegd: ze mocht de dwangsommen niet bij Action innen. Huh?! Dan moet er iets bijzonders aan de hand zijn en dat was ook zo: AD Inkoop was doodleuk met eerder gekochte theelichthouders opnieuw langs de kassa van Action gelopen om zo een kassabon te “scoren” om die tientallen duizende euro’s aan dwangsommen te kunnen innen!

Dat zijn de momenten waarop mijn vertrouwen in mijn ondernemende medemens op al zijn grondvesten schudt. Kun je dan helemaal niemand meer vertrouwen? Gelukkig trekt dat gevoel weer bij … mijn vrouw en kinderen zijn betrouwbaar (toch?) Maar wat is de moraal van dit verhaal voor u? Documenteren! Vastleggen! Iets wat veel creatieven scheldwoorden vinden, ja, dat weet ik. Goed, als u zich zo nu en dan wilt laten inpakken door louche anderen: be my guest! Voor degenen die dat liever niet willen: hou een logboek/dagboek/agenda bij waarin u bijvoorbeeld bijhoudt wat u wanneer, waar, hoe en met wie creëert (en maak dan wel regelematig backups van uw digitale agenda!). Bevestig afspraken, registreer serienummers of andere kenmerken van wat u verkoopt. Heeft u over dit soort kwesties een vraag? Bel ons gerust  (gratis); ik stoor me zo aan het soort boevenpraktijken dat ik beschreef dat ik u graag help.

Februari 2014,

mr. Hub Dohmen.


Dohmen advocaten - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht


 

 

maandag 17 februari 2014

App-art ...

Daphne Doemges-Engelen
Daphne Doemges-Engelen
Nee, ik ben niet ouderwets. Ik heb een zakelijke Facebookpagina, bekijk mijn mails waar ik maar wil via mijn smartphone en thuis bedienen we de lampen met een tablet. Maar toch… soms wordt de digitale revolutie een beetje te gek. Denk ik dan. Zo las ik gisteren op Teletekst (ja, Teletekst: het bestaat nog!) een berichtje over een speciale app voor honden: met een klik op de kaart kan het baasje zien waar andere honden in de buurt aan het spelen en wandelen zijn. Je kunt ook een playdate maken voor een heerlijke wandeling. Iedere hond krijgt een eigen profiel en DoggyDating is geboren. Voor wie het wat lijkt… de gratis app is vanaf maart dit jaar beschikbaar.

Nu ben ik een grote hondenliefhebber en laat ik iedere dag vol plezier mijn eigen trouwe viervoeter uit. Maar een datingapp voor honden… Ligt het aan mij, of gaat dat wel ver? Het is op z’n minst app-art. Ja, apps zijn een slimme uitvinding en vaak heel handig. Een weerapp, uitzending gemist app of een app waarmee ik eenvoudig mijn zorgdeclaraties kan doen: ideaal. En natuurlijk hoeft het niet alleen maar praktisch te zijn. Spelletjes en receptenapps zijn niet voor niets immens populair.