dinsdag 27 mei 2014

Stijlpikkers II


Eerder schreef mijn collega Hub Dohmen een column over het pikken van de stijl van een schilder. Dat mocht van de Hoge Raad: auteursrecht rust niet op een stijl, maar op een werk.

Er is veel weerstand tegen die uitspraak; de work-around is dus dat rechters onderdelen van het werk waarvan een ander de stijl heeft overgenomen auteursrechtelijk beschermd gaan benoemen … Meubeldesigner Piet Hein Eek was een kort geding gestart tegen iemand die bij Piet Hein Eek tot circa 1999 als timmerman in dienst was geweest. De timmerman was vervolgens voor zichzelf aan het timmeren geslagen en bood op zijn website meubels aan waarvan de stijl gekopieerd was van Piet Hein Eek. Een ronde tafel van de timmerman had een blad in dezelfde stijl als een rechthoekige tafel van Piet Hein Eek. Ronde tafel versus rechthoekige tafel. Desondanks concludeerde de rechter tot auteursrechtinbreuk: “Ook als een tafel met deze typische kenmerken in een andere vorm wordt gemaakt, dan nog behoudt deze het eigen oorspronkelijk karakter en het persoonlijke stempel van de maker.”.

Een verbod is een uitkomst waar ik mee kan leven, gelet op het feit dat de timmerman in dienst was geweest bij Piet Hein Eek. Een verbod op grond van auteursrechtinbreuk niet. De motivering is mijns inziens een doelredenering. Met een andere redenering had een zelfde resultaat kunnen worden bereikt.

Behalve het auteursrecht bestaat er namelijk ook zoiets als “onrechtmatige daad”. Zoals mijn collega Hub Dohmen al schreef:  Slechts onder omstandigheden, zegt de Hoge Raad, is het nabootsen van een stijl onrechtmatig. Wanneer dat het geval is, zal toekomstige jurisprudentie moeten uitwijzen. Zelf denk ik bijvoorbeeld aan een eerdere zakelijke relatie tussen creatieveling en stijlnabootser, waarbij de nabootser alle tips en trucs heeft kunnen afkijken.”. Nu was er dan eindelijk een keer zo’n situatie (ex-werknemer), gebruikt de rechter die uitweg niet….

De vraag is of deze rechter een zelfde vonnis had afgegeven als de timmerman geen ex-werknemer was geweest van Piet Hein Eek. Vraag is ook wat een bodemrechter of hogerberoeprechter met een uitspraak als deze doet. De toekomst zal het leren.

 
Dohmen Advocaten  - Van idee tot product, wij spreken uw taal en kennen uw recht
 
 

donderdag 8 mei 2014

Stadslandbouw versus volkstuin

Vorig jaar in het oogstseizoen mailde een vriendin rond, dat ze hulp nodig had bij de oogst van haar bessen uit haar volkstuin. Ik ben dol op bessen dus meldde mij aan, maar ik bleek de enige. Ik ben aan het werk gegaan en ging naar huis met bakken vol met allerlei soorten bessen plus nog jam van het jaar ervoor.
 
En dat is het, een moestuin is therapeutisch in zijn rust als alles lekker groeit, maar dan begint het ijverige verwerken. De makkelijkste variant was bessen op wodka, die ik mij al zag verorberen op een koude winteravond. Veel weet ik niet van het volkstuinleven, maar ik hoorde wel, dat de tuinders veel uitwisselden, zowel zaden als kennis.

De volkstuin dateert uit de tijd dat arbeiders een stukje land kregen om hun eigen groenten te verbouwen en ze liggen vaak in randgebieden. Omdat het gemeentelijke grond in stedelijk gebied betreft, worden volkstuincomplexen bedreigd met opheffing of verplaatst naar nieuwe randgebieden.

Stadslandbouw wordt zowel individueel, bijvoorbeeld het tomatenplantje op het balkon, of in groepen beoefend. Saaie bitumen daken worden omgetoverd tot groene oases. Deze daken werken mee aan waterretentie. En stukjes braakliggende grond worden omgezet in buurttuinen, waar gezamenlijk aan de oogst wordt gewerkt. Nu grondverkoop in steden stil ligt, staan gemeenten toe dat de burgers tijdelijk de gronden te nutte maken.

Dus nu de waarde van de grond daalt, wordt agrarische bewerking weer binnen de stedelijke grenzen toegelaten. Ik denk dat er een veelvoud van oorzaken is, dat mensen hun eigen groenten gaan verbouwen: nl. financiële, zoals de oorspronkelijke drijfveer achter de volkstuin; sociale, het verbindt mensen uit een buurt en de buurt knapt op door het groen; ideële, het willen beperken van de uitstoot van gassen bij het vervoer van groenten, en de terugkeer naar smaakvolle groenten.

Is dit een uitloper van het individualisme of juist een teken dat mensen weer samen willen werken om kwaliteit te behalen en weer grip willen krijgen op hun voeding? Ik ga voor het laatste en daarbij positieve bijwerking van de tanende grondverkoop, waarbij de burger weer betrokken wil zijn bij zijn eigen omgeving.
 
Clairette Gitz